Colonial Collections Consortium

Een vlag uit Zuid-Kalimantan, Indonesië

Herkomstonderzoek blog #1

In de tweemaandelijkse blogserie van het Consortium Koloniale Collecties tonen we een historisch object uit een voormalige koloniale context of situatie, dat momenteel wordt bewaard in een museum in Nederland en waarnaar herkomstonderzoek is gedaan. Met deze blogs willen we inzicht geven in het belang van herkomstonderzoek en de verschillende manieren laten zien waarop dit type onderzoek kan worden benaderd. Daarom wordt in elke blog uitgelegd welke stappen het betreffende museum of de betreffende herkomstonderzoeker heeft gezet om het onderzoek uit te voeren. Welke verhalen gaan schuil achter het object en wat kunnen ze ons vertellen over het koloniale verleden van Nederland?

Deze keer in de spotlight: een vlag uit Indonesië, dat voorheen Nederlands-Indië werd genoemd, die momenteel wordt bewaard door Museum Bronbeek en die tussen 1977 en 2023 in bruikleen was bij het Rijksmuseum in Amsterdam.

Korte historische achtergrond

De vlag en het feit dat deze in Nederland is, houden verband met de Banjarmasinse oorlog (1859-1863), die zowel een opvolgingsoorlog was in het sultanaat Banjarmasin op het eiland Borneo als een koloniale oorlog om het Nederlandse gezag op te leggen. De vlag is terug te voeren naar een militaire inval in benteng (fort) Ramonia in Zuid-Kalimantan, op 28 september 1861. Dit kon pas worden vastgesteld na diepgaand herkomstonderzoek, omdat de beschikbare informatie tegenstrijdig was.

In die tijd was het gebruik van vlaggen in de koopvaardij, bij ceremonies en oorlogsvoering gangbaar in de Indonesische archipel. De verschillende heersers hadden vaak hun eigen vlag met specifieke betekenissen, veelal verwijzend naar religieuze of dynastieke loyaliteiten. Tijdens gevechten konden ze spiritueel gewijd zijn en gebruikt worden om troepen te inspireren. Het werd dan ook gezien als een teken van ongeluk als ze beschadigd of veroverd werden. De Nederlanders waren zich bewust van deze betekenis, zoals bijvoorbeeld blijkt uit pogingen om vlaggen in de regio te inventariseren. Ze werden vaak meegenomen van slagvelden als symbool van de overwinning. Zo kwamen enkele tientallen vlaggen in Nederland terecht, die vandaag de dag nog steeds in Nederlandse musea te vinden zijn.

Foto: Rijksmuseum

Over de vlag

Deze katoenen vlag (275 x 122 cm) maakt deel uit van een verzameling van 27 (stukken van) vlaggen en 25 vlaggenstokken en banieren uit de Indonesische archipel (het inventarisnummer is 1870/10-1-4). De kleuren zijn in de loop der tijd vervaagd; hij is nu bruingroen en versierd met een halve maan, een achtpuntige ster en een lint. Halverwege de negentiende eeuw was de halve maan in combinatie met een vijf- of achtpuntige ster een veelvoorkomend symbool in de islamitische wereld, dat verband hield met het Ottomaanse Kalifaat. De betekenis van het rode lint is minder duidelijk. Het is waarschijnlijk een gestileerde combinatie van de Arabische letters lam en alif, verwijzend naar het eerste woord van de islamitische geloofsbelijdenis (shahada) of de naam van Allah zelf (lam jalalah).

Het herkomstonderzoek

In 2022 werd onderzoek uitgevoerd in het kader van het Pilotproject Provenance Research on Objects of the Colonial Era (PPROCE, proefproject herkomstonderzoek van objecten uit de koloniale tijd) om de herkomst vast te stellen, evenals de situatie waarin het door de Nederlanders werd buitgemaakt. De keuze om zich te richten op deze en andere Indonesische objecten kwam voort uit een beslissing die samen met het Nationaal Museum in Indonesië werd genomen. Het herkomstonderzoek omvatte archiefonderzoek en objectanalyse, het gebruik van verschillende materialen en overleg met de Indonesische historicus Mansyur Sammy. Het startpunt was het informatiesysteem van het museum en bestaande archiefdocumentatie. Het komt voor dat objecten opnieuw worden genummerd en geregistreerd, wat kan leiden tot fouten en dus een langere onderzoekstijd. Dit was het geval bij de vlag die hier wordt gepresenteerd.

De documentatie van het museum gaf aan dat de vlag in 1870 was geschonken aan Museum Bronbeek door luitenant-kolonel C.F. Koch, en dat hij was afgenomen van Pangeran Hijdajat (of Prins Hidayatullah), na de verovering van “Fort Romanio” op 28 september 1861. Deze schenking werd bevestigd in een intern rapport en vermeld in een krantenartikel. Er waren echter twijfels over de exacte herkomst omdat een gedenkboek uit 1881 over Bronbeek deze vlag had toegeschreven aan de verovering van Lambadak, Atjeh, in 1877. Daarom was het nodig om aanvullend onderzoek te doen naar de militaire context in die tijd. Hiervoor moesten veel overheidsarchieven worden geraadpleegd, waaronder die van het Ministerie van Koloniën en het Ministerie van Oorlog. Hieruit bleek dat de bestorming van Ramonia deel uitmaakte van een grotere expeditie tegen de Banjarese Prins Antarasi – en niet tegen Prins Hidayatullah – de belangrijkste troonpretendent van de sultan. Binnen het sultanaat Banjarmasin had Antasari, die uit een andere sultanfamilie afkomstig was, de eerste aanvallen op de Nederlanders in 1859 gesteund. Tegenwoordig wordt hij gezien als een nationale held in Indonesië.

Op 28 september 1861 werd Ramonia aangevallen door de Nederlanders. Volgens het verslag van deze expeditie wapperden er drie gele vlaggen versierd met een halve maan, ster en koranverzen op de palissaden van het fort. Deze werden meegenomen en hoewel Koch er vermoedelijk niet bij was, is het zeer waarschijnlijk dat een van de vlaggen in zijn bezit is gekomen, aangezien hij de hoogste bevelhebber in de regio was. Op basis van de geraadpleegde Nederlandse militaire bronnen kon de bewering dat de vlag toebehoorde aan Prins Hidayatullah worden weerlegd. Deze foutieve toeschrijving kan een vergissing zijn geweest van Koch toen hij de vlag aan Bronbeek schonk, of een gevolg van het feit dat de vlag meerdere keren een nieuw nummer heeft gekregen.

Een andere factor die leidde tot twijfels over de toeschrijving had te maken met de vlag zelf en werd verder onderzocht door middel van objectanalyse. Aan de hand van historische beschrijvingen en afbeeldingen van de vlag (bijvoorbeeld de litho’s in Bronbeeks gedenkboek uit 1881) kon worden geconcludeerd dat de huidige groene kleur het gevolg was van verkleuring van de organische kleurstoffen van de vlag en dat dit in feite een van de drie gele vlaggen was die in 1861 waren buitgemaakt. Dit werd verder bevestigd door historicus Mansyur Sammy, die het lint op de vlag herkende als een veelgebruikt symbool voor Prins Antasari.

Tekening 25 door Van Looy en Van Looy Jr. zoals te zien op pagina 74 in J.C.J. Smits, Gedenkboek van het Koloniaal-Militair Invalidenhuis Bronbeek (Arnhem: Uitgeverij P. Gouda Quint, 1881).

Reflecties

Het onderzoek naar deze vlag illustreert een aantal van de uitdagingen bij het onderzoeken van de herkomst van objecten in museumcollecties – objecten kunnen bijvoorbeeld in de loop der tijd veranderen (in dit geval de kleur), waardoor het moeilijk is om specifieke objecten te koppelen aan archiefinformatie. Bovendien zijn toeschrijvingen soms onjuist als gevolg van museumwerk, zoals conservering of verhuizingen, of mythevorming door schenkers en conservatoren. Deze blog laat zien dat bestaande informatie niet klakkeloos moet worden overgenomen, want diepgaand archiefonderzoek kan aanvullende/afwijkende informatie aan het licht brengen.

Herkomstonderzoek wordt vaak uitgevoerd in de context van discussies over en claims omtrent teruggave van objecten die in koloniale tijden zijn meegenomen. Bovendien is het, zoals Hilmar Farid (voormalig directeur-generaal van het Indonesische Ministerie van Onderwijs en Cultuur) in 2021 stelde, een waardevol instrument om kennis te produceren over de geschiedenis en onrechtvaardigheden uit het verleden. Volgens Farid is het essentieel dat er gezamenlijke beslissingen worden genomen over wat er wordt onderzocht, omdat het proces van omgaan met koloniale collecties ook gaat over het opbouwen van relaties tussen mensen uit verschillende landen (in dit geval Indonesië en Nederland) en een gemeenschappelijk begrip van het verleden. Hij verwees daarbij naar de vlag die hier wordt gepresenteerd als een belangrijk object, niet vanwege zijn esthetische waarde, maar vanwege wat de vlag in het verleden voor mensen betekende. 

Tot slot

Om de historische en huidige betekenis van objecten beter te begrijpen en om er ethisch verantwoord mee om te gaan, is informatie over hun herkomst en verwervings-geschiedenis van essentieel belang. Herkomstonderzoek is een doorlopend proces voor musea. Het Consortium Koloniale Collecties ondersteunt instellingen die collecties beheren bij dit werk door kennis en informatie te delen en belanghebbenden een netwerk te bieden. Wilt u meer weten of informatie met ons delen? Neem contact met ons op.


Referenties en meer informatie
Het herkomstonderzoek beschreven in deze blog is uitgevoerd door Klaas Stutje van het NIOD (Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies) en het rapport kunt u hier lezen (zie nummer 26). De informatie in deze blog is afkomstig uit dit rapport, alsmede het PPROCE rapport en communicatie per e-mail met Klaas Stutje. De opmerkingen van Hilmar Farid zijn afkomstig van de opname van “The Politics of Restitution”, een online evenement georganiseerd door de SOAS Universiteit van Londen in 2021.