Op 15 juli 2025 is de tweede ronde gesloten. De beoordelingscommissie komt binnenkort samen om alle ingekomen aanvragen te beoordelen.
Leden van de boordelingscommissie:
Heb je vragen over de status de reeds ingediende aanvraag? Neem contact op met de Medewerker Financiële Regelingen namens het Consortium Koloniale Collecties: Nynke Heddema (zij/haar), nynke.heddema@wereldmuseum.nl
Een vlag uit Zuid-Kalimantan, IndonesiëHerkomstonderzoek blog #1
In de tweemaandelijkse blogserie van het Consortium Koloniale Collecties tonen we een historisch object uit een voormalige koloniale context of situatie, dat momenteel wordt bewaard in een museum in Nederland en waarnaar herkomstonderzoek is gedaan. Met deze blogs willen we inzicht geven in het belang van herkomstonderzoek en de verschillende manieren laten zien waarop dit type onderzoek kan worden benaderd. Daarom wordt in elke blog uitgelegd welke stappen het betreffende museum of de betreffende herkomstonderzoeker heeft gezet om het onderzoek uit te voeren. Welke verhalen gaan schuil achter het object en wat kunnen ze ons vertellen over het koloniale verleden van Nederland?
Deze keer in de spotlight: een vlag uit Indonesië, dat voorheen Nederlands-Indië werd genoemd, die momenteel wordt bewaard door Museum Bronbeek en die tussen 1977 en 2023 in bruikleen was bij het Rijksmuseum in Amsterdam.
De vlag en het feit dat deze in Nederland is, houden verband met de Banjarmasinse oorlog (1859-1863), die zowel een opvolgingsoorlog was in het sultanaat Banjarmasin op het eiland Borneo als een koloniale oorlog om het Nederlandse gezag op te leggen. De vlag is terug te voeren naar een militaire inval in benteng (fort) Ramonia in Zuid-Kalimantan, op 28 september 1861. Dit kon pas worden vastgesteld na diepgaand herkomstonderzoek, omdat de beschikbare informatie tegenstrijdig was.
In die tijd was het gebruik van vlaggen in de koopvaardij, bij ceremonies en oorlogsvoering gangbaar in de Indonesische archipel. De verschillende heersers hadden vaak hun eigen vlag met specifieke betekenissen, veelal verwijzend naar religieuze of dynastieke loyaliteiten. Tijdens gevechten konden ze spiritueel gewijd zijn en gebruikt worden om troepen te inspireren. Het werd dan ook gezien als een teken van ongeluk als ze beschadigd of veroverd werden. De Nederlanders waren zich bewust van deze betekenis, zoals bijvoorbeeld blijkt uit pogingen om vlaggen in de regio te inventariseren. Ze werden vaak meegenomen van slagvelden als symbool van de overwinning. Zo kwamen enkele tientallen vlaggen in Nederland terecht, die vandaag de dag nog steeds in Nederlandse musea te vinden zijn.
Deze katoenen vlag (275 x 122 cm) maakt deel uit van een verzameling van 27 (stukken van) vlaggen en 25 vlaggenstokken en banieren uit de Indonesische archipel (het inventarisnummer is 1870/10-1-4). De kleuren zijn in de loop der tijd vervaagd; hij is nu bruingroen en versierd met een halve maan, een achtpuntige ster en een lint. Halverwege de negentiende eeuw was de halve maan in combinatie met een vijf- of achtpuntige ster een veelvoorkomend symbool in de islamitische wereld, dat verband hield met het Ottomaanse Kalifaat. De betekenis van het rode lint is minder duidelijk. Het is waarschijnlijk een gestileerde combinatie van de Arabische letters lam en alif, verwijzend naar het eerste woord van de islamitische geloofsbelijdenis (shahada) of de naam van Allah zelf (lam jalalah).
In 2022 werd onderzoek uitgevoerd in het kader van het Pilotproject Provenance Research on Objects of the Colonial Era (PPROCE, proefproject herkomstonderzoek van objecten uit de koloniale tijd) om de herkomst vast te stellen, evenals de situatie waarin het door de Nederlanders werd buitgemaakt. De keuze om zich te richten op deze en andere Indonesische objecten kwam voort uit een beslissing die samen met het Nationaal Museum in Indonesië werd genomen. Het herkomstonderzoek omvatte archiefonderzoek en objectanalyse, het gebruik van verschillende materialen en overleg met de Indonesische historicus Mansyur Sammy. Het startpunt was het informatiesysteem van het museum en bestaande archiefdocumentatie. Het komt voor dat objecten opnieuw worden genummerd en geregistreerd, wat kan leiden tot fouten en dus een langere onderzoekstijd. Dit was het geval bij de vlag die hier wordt gepresenteerd.
De documentatie van het museum gaf aan dat de vlag in 1870 was geschonken aan Museum Bronbeek door luitenant-kolonel C.F. Koch, en dat hij was afgenomen van Pangeran Hijdajat (of Prins Hidayatullah), na de verovering van “Fort Romanio” op 28 september 1861. Deze schenking werd bevestigd in een intern rapport en vermeld in een krantenartikel. Er waren echter twijfels over de exacte herkomst omdat een gedenkboek uit 1881 over Bronbeek deze vlag had toegeschreven aan de verovering van Lambadak, Atjeh, in 1877. Daarom was het nodig om aanvullend onderzoek te doen naar de militaire context in die tijd. Hiervoor moesten veel overheidsarchieven worden geraadpleegd, waaronder die van het Ministerie van Koloniën en het Ministerie van Oorlog. Hieruit bleek dat de bestorming van Ramonia deel uitmaakte van een grotere expeditie tegen de Banjarese Prins Antarasi – en niet tegen Prins Hidayatullah – de belangrijkste troonpretendent van de sultan. Binnen het sultanaat Banjarmasin had Antasari, die uit een andere sultanfamilie afkomstig was, de eerste aanvallen op de Nederlanders in 1859 gesteund. Tegenwoordig wordt hij gezien als een nationale held in Indonesië.
Op 28 september 1861 werd Ramonia aangevallen door de Nederlanders. Volgens het verslag van deze expeditie wapperden er drie gele vlaggen versierd met een halve maan, ster en koranverzen op de palissaden van het fort. Deze werden meegenomen en hoewel Koch er vermoedelijk niet bij was, is het zeer waarschijnlijk dat een van de vlaggen in zijn bezit is gekomen, aangezien hij de hoogste bevelhebber in de regio was. Op basis van de geraadpleegde Nederlandse militaire bronnen kon de bewering dat de vlag toebehoorde aan Prins Hidayatullah worden weerlegd. Deze foutieve toeschrijving kan een vergissing zijn geweest van Koch toen hij de vlag aan Bronbeek schonk, of een gevolg van het feit dat de vlag meerdere keren een nieuw nummer heeft gekregen.
Een andere factor die leidde tot twijfels over de toeschrijving had te maken met de vlag zelf en werd verder onderzocht door middel van objectanalyse. Aan de hand van historische beschrijvingen en afbeeldingen van de vlag (bijvoorbeeld de litho’s in Bronbeeks gedenkboek uit 1881) kon worden geconcludeerd dat de huidige groene kleur het gevolg was van verkleuring van de organische kleurstoffen van de vlag en dat dit in feite een van de drie gele vlaggen was die in 1861 waren buitgemaakt. Dit werd verder bevestigd door historicus Mansyur Sammy, die het lint op de vlag herkende als een veelgebruikt symbool voor Prins Antasari.
Het onderzoek naar deze vlag illustreert een aantal van de uitdagingen bij het onderzoeken van de herkomst van objecten in museumcollecties – objecten kunnen bijvoorbeeld in de loop der tijd veranderen (in dit geval de kleur), waardoor het moeilijk is om specifieke objecten te koppelen aan archiefinformatie. Bovendien zijn toeschrijvingen soms onjuist als gevolg van museumwerk, zoals conservering of verhuizingen, of mythevorming door schenkers en conservatoren. Deze blog laat zien dat bestaande informatie niet klakkeloos moet worden overgenomen, want diepgaand archiefonderzoek kan aanvullende/afwijkende informatie aan het licht brengen.
Herkomstonderzoek wordt vaak uitgevoerd in de context van discussies over en claims omtrent teruggave van objecten die in koloniale tijden zijn meegenomen. Bovendien is het, zoals Hilmar Farid (voormalig directeur-generaal van het Indonesische Ministerie van Onderwijs en Cultuur) in 2021 stelde, een waardevol instrument om kennis te produceren over de geschiedenis en onrechtvaardigheden uit het verleden. Volgens Farid is het essentieel dat er gezamenlijke beslissingen worden genomen over wat er wordt onderzocht, omdat het proces van omgaan met koloniale collecties ook gaat over het opbouwen van relaties tussen mensen uit verschillende landen (in dit geval Indonesië en Nederland) en een gemeenschappelijk begrip van het verleden. Hij verwees daarbij naar de vlag die hier wordt gepresenteerd als een belangrijk object, niet vanwege zijn esthetische waarde, maar vanwege wat de vlag in het verleden voor mensen betekende.
Om de historische en huidige betekenis van objecten beter te begrijpen en om er ethisch verantwoord mee om te gaan, is informatie over hun herkomst en verwervings-geschiedenis van essentieel belang. Herkomstonderzoek is een doorlopend proces voor musea. Het Consortium Koloniale Collecties ondersteunt instellingen die collecties beheren bij dit werk door kennis en informatie te delen en belanghebbenden een netwerk te bieden. Wilt u meer weten of informatie met ons delen? Neem contact met ons op.
Referenties en meer informatie
Het herkomstonderzoek beschreven in deze blog is uitgevoerd door Klaas Stutje van het NIOD (Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies) en het rapport kunt u hier lezen (zie nummer 26). De informatie in deze blog is afkomstig uit dit rapport, alsmede het PPROCE rapport en communicatie per e-mail met Klaas Stutje. De opmerkingen van Hilmar Farid zijn afkomstig van de opname van “The Politics of Restitution”, een online evenement georganiseerd door de SOAS Universiteit van Londen in 2021.
Datum: 23-25 september 2025
Locatie: Amersfoort, Leiden
Organisatie: Consortium Koloniale Collecties
Voertaal: Engels
Veel musea en instellingen in heel Europa zijn beheerder van objecten en collecties die afkomstig zijn uit een koloniale context. Hoe kunnen we als professionals die deze collecties beheren en onze gedeelde verantwoordelijkheid in het aanpakken van historische onrechtvaardigheden erkennen, deze rol het beste vervullen? Wat kunnen we leren van elkaars ervaringen?
Het Consortium Koloniale Collecties nodigt museum- en collectieprofessionals uit heel Europa van harte uit om deel te nemen aan The European Working Conference on Collections from Colonial Contexts.
Wil je meer weten over deze conferentie? Klik op de button hieronder voor meer informatie.
Restitutie in de praktijk: een artistieke benadering van de teruggave van voorouderlijke objectenDatum: dinsdag 24 juni 2025
Tijd: 14:00-18:00 uur
Locatie: Kartini zaal van de UvA
Adres: Bushuis, Kloveniersburgwal 48, 1012 CX
Organisatie: Universiteit van Amsterdam
Voertaal: Engels, Spaans
Onderstaande tekst gaat door in het Engels.
The CHEco (Critical Heritage Ecologies) research initiative invites you to ‘Restitution in Practice: an Artistic Approach to the Return of Ancestral Objects’. Two members of the artistic collective Minga Prácticas Decoloniales will share their experiences and perspectives on the return of cultural objects held in European museums to their communities of origin in South America, with a particular focus on Colombia.
Focusing on their encounter with gold artifacts from the so-called Quimbaya Treasure—currently housed at the Museo de América in Madrid and the Humboldt Forum in Berlin—the artists explore how artistic practice can become a tool for reparation and reconnection. Drawing on the ritual and spiritual dimensions of Indigenous knowledge, they reflect on how art can help reweave the broken ties between objects, memory, and territory.
Speakers: Estefanía García Pineda and Edinson Quiñones
Moderator: María Suárez Caicedo
Please register by sending an email to m.p.suarezcaicedo@uva.nl
Datum: donderdag 26 juni 2025
Tijd: 13:30 – 16:30 uur
Locatie: Wereldmuseum Leiden
Adres: Steenstraat 1 2312 BS Leiden
Organisatie: Universiteit Leiden, Vrije Universiteit
Voertaal: Engels
Universiteit Leiden en Vrije Universiteit Amsterdam organiseren samen een themamiddag in het kader van het gedeelde sectorplanthema ‘Cultureel erfgoed en identiteit: collectioneren, beheer en overdracht’.
Restitutie van objecten en collecties en de dekolonisering van de instituten waartoe deze collecties behoren, staan hoog op de agenda. Door middel van co-creatie en nieuwe, digitale technieken willen collectiebeheerders op een meer gelijkwaardige en inclusieve manier collecties ontsluiten. Deze tendensen vragen niet alleen om meer reflectie op onze praktijk als onderzoekers, maar ook op ons conceptueel begrip van het verzamelen, beheren en overdragen van cultureel erfgoed.
Welke plaats nemen erfgoedcollecties in in ons onderzoek? Hoe verandert de digitalisering van deze collecties onze onderzoekspraktijk? En in welke mate beïnvloeden archief- en onderzoeksinfrastructuren – digitale en fysieke – onze benadering van erfgoedcollecties?
Op 26 juni ga je in gesprek over deze vragen en ervaringen uitwisselen, samen met partners uit de erfgoedsector. Het programma begint met vier presentaties, gevolgd door een panelgesprek en discussie met het publiek.
Datum: woensdag 9 juli 2025
Tijd: 14:00-18:00 uur
Locatie: AGORA Room 2 van het hoofdgebouw HG-3CO2
Adres: Vrije Universiteit Amsterdam, De Boelelaan 1105, 1081 HV Amsterdam
Organisatie: Universiteit van Colombo, The Netherlands Sri Lanka Foundation, Vrije Universiteit Amsterdam
Voertaal: Engels
Onderstaande tekst gaat door in het Engels.
The taking of cultural objects from Sri Lanka during the Dutch colonial encounter in this country has raised fundamental questions of justice and legality. Given the continuous evolution of the notion of justice, an important issue is the question of who will decide and on what basis the decision will be made, on which injustices emerged in the historical entanglement of the United Provinces and then Ceylon in general and specifically in relation to cultural artefacts. When considering the causes for such historical injustice it is asserted that there may be a difference of approach to governance. To address the issues of historical injustice there is a need to broaden and deepen the knowledge of the legal basis of the early colonial encounter.
This NWO funded project attempts to provide insights into addressing questions such as: How to recognise and acknowledge these injustices? If objects or artefacts, now in the Netherlands, are to be returned to Sri Lanka then what exactly is being returned, resitituted, or even restored? What are the (provenance research) methodological and policy making considerations that needs to be addressed? How could shared and collective learning be organised? These are some of the key ideas that will be addressed in the project.
This symposium is to provide a flavour of the NWO funded project topics. The following four themes would be presented to the participants in the anticipation of critical questioning by and constructive feed-back from the participants of the symposium.
Programme Introduction by:
1. Redressing Historical Injustice:
A Study of the legal entanglements in relation to Colonial Cultural Property in the Netherlands-Sri Lankan Context | By: Dumindu Madushan (Mr) University of Colombo. PhD candidate.
2. Getting the Story Right:
Collaborative Research to Review and Advance the Practice of Provenance Research | By: Darshi Thoradeniya, (Dr.) University of Colombo
3. Preserving for Posterity:
Legality of digitizing Sri Lankan objects in Dutch museum of the colonial period and creating a repository of object records | By: Tavini Nanayakkara (Ms) University of Colombo
4. Building Sustainable Networks for Collaboration:
A Lab for Transdisciplinary Colonial Collection Studies and Practice in Sri Lanka (& international cooperation) | By: Dilip Tambyrajah & Nirmal Dewasiri (Prof. Dr.) University of Colombo
Please confirm participation by sending a brief email by 1st July 2025 to Dilip Tambyrajah at: dilip.tambyrajah@wxs.nl
Tien musea ontvangen een bijdrage voor herkomstonderzoek naar koloniale collecties12 mei 2025
Dankzij de bijdrage van het Consortium Koloniale Collecties uit de Regeling Herkomstonderzoek gaan tien musea de herkomstgeschiedenis in kaart brengen van hun (deel)collectie of een specifiek object waarvoor aanwijzingen bestaan dat deze verworven zijn in een koloniale context. De Regeling Herkomstonderzoek stelt in totaal 500.000 euro beschikbaar voor dergelijk onderzoek. Voor de eerste ronde aanvragen is nu €243.317 toegekend. Op 15 juli 2025 sluit de tweede en laatste aanvraagronde.
Lees hieronder meer over de toegekende projecten.
Het herkomstonderzoek richt zich op de non-keramische Indonesiëcollectie “Indische Kunst”, die werd verzameld door Nanne Ottema, de oprichter van het Keramiekmuseum.
Het Kunstmuseum Den Haag verricht onderzoek naar het achttiende-eeuwse hofzilver van de Sultan van Ternate uit de collectie edelmetaal en twee negentiende-eeuwse Indonesische gongen uit de muziekcollectie.
Het herkomstonderzoek dat verricht zal worden draait om een erekleed met Baxian-motieven uit Yanggu (China) dat in 1901 door missionarissen is meegenomen onder onduidelijke omstandigheden.
Het Museon-Omniversum onderzoekt de kwakwabangi, een unieke bank uit Suriname uit circa 1850. Het was een belangrijk symbool van een van de Du-gezelschappen en is, zover bekend, het enige exemplaar ter wereld.
Het Museon Omniversum onderzoekt de kwakwabangi, een uniek houten bankje uit Suriname dat door de Du-gezelschappen als slaginstrument werd gebruikt. Het object dateert van circa 1850 en is voor zover bekend het enige exemplaar ter wereld.
Het museum heeft een Benin Bronze in de collectie. Waarschijnlijk werd dit in 1897 geroofd uit het Koninkrijk Benin. Sinds 1937 maakt het deel uit van de collectie via oprichter Dirk Hannema.
Het museum onderzoekt twaalf objecten uit de Nusantara-collectie om de koloniale geschiedenis van Delft en het verhaal van de Indische instelling te belichten.
Het herkomstonderzoek richt zich op de deelcollectie Etnografica, waar een zevental objecten momenteel zijn toegeschreven aan de Senufo (West-Afrika).
Het herkomstonderzoek zal uitgevoerd worden in samenwerking met SAHRA en richt zich op de verwerving van menselijke- en voorouderlijke resten, afkomstig uit Zuid-Afrika. Het museum zou graag willen weten tot welke specifieke gemeenschappen deze menselijke- en voorouderlijke resten behoren.
De Stichting Budaya Kita onderzoekt voorouderlijke resten afkomstig van de Aru-eilanden, een eilandengroep binnen de Molukken. De voorouderlijke resten bevinden zich in de collecties van Museum Vrolik en het Wereldmuseum.
Het onderzoek richt zich op zeven objecten uit de collectie Diergeneeskunde om de koloniale geschiedenis tussen de Utrechtse faculteit en de Nederlandsch-Indische Veeartsenijschool in kaart te brengen.
Werk je bij een Nederlandse erfgoedinstelling, zoals een museum, universiteit, archief of bibliotheek, die koloniale collecties beheren en wil je ook budget aanvragen voor herkomstonderzoek? Aanvragen kunnen tot 15 juli 2025 worden ingediend voor bijdragen van minimaal €5.000 en maximaal €30.000. Je kunt alle informatie over de Regeling Herkomstonderzoek vinden op: www.colonialcollections.nl/regeling-herkomstonderzoek
Weet je nog niet zeker of de regeling past bij jouw plan? We gaan graag met je in gesprek! In mei organiseren we drie online spreekuren waar de regeling en de voorwaarden worden uitgelegd. Je kunt dan ook je vrijblijvende vragen stellen aan de consortium-collega’s.
Meld je aan via de knop hieronder.
Werk je bij een Nederlandse erfgoedinstelling, zoals een museum, universiteit, archief of bibliotheek, die koloniale collecties of objecten beheren en wil je de herkomstgeschiedenis in kaart te brengen? Het Consortium Koloniale Collecties kan jouw onderzoeksproject ondersteunen via de Regeling Herkomstonderzoek. In mei organiseren we drie online spreekuren om de regeling en de voorwaren stap voor stap toe te lichten. Je kunt dan ook je vrijblijvende vragen stellen aan de consortium-collega’s.
De online spreekuren vinden via MS Teams plaats op:
Per spreekuur zijn er maximaal 15 plekken. Meld je aan zodat je de MS Teams-link ontvangt!
Over de Regeling Herkomstonderzoek
De Regeling Herkomstonderzoek is bestemd voor financiële ondersteuning van musea en andere collectiebeherende instellingen die onderzoek willen doen om de herkomstgeschiedenis in kaart te brengen van hun (deel)collectie of een specifiek object in de eigen collectie waarvoor aanwijzingen bestaan dat deze verworven zijn in een koloniale context. Aanvragen kunnen tot 15 juli 2025 worden ingediend voor bijdragen van minimaal €5.000 en maximaal €30.000. Je kunt alle informatie over de Regeling Herkomstonderzoek vinden op: www.colonialcollections.nl/regeling-herkomstonderzoek
Over het online spreekuur
Het spreekuur vindt plaats via Ms Teams. De link ontvang je in de bevestigingsmail. Bente Bergmans, secretaris van het Bureau Consortium Koloniale Collecties, en Nynke Heddema, medewerker financiële Regeling Herkomstonderzoek bij Wereldmuseum, zullen de regeling stap voor stap toe lichten. Vragen worden beantwoord zoals: wat heb je voor de aanvraag nodig? Waar wordt bij de beoordeling op gelet? Hoe hebben andere musea uit de eerste ronde het aangepakt? Ook kun je zelf vragen stellen.
Datum: 15 maart – 21 september 2025
Locatie: Universiteitsmuseum Groningen
Adres: Oude Kijk in ’t Jatstraat 7a, 9712 EA, Groningen
Organisatie: de tentoonstelling is onderdeel van het internationale samenwerkingsverband Pressing Matter: Ownership, Value and the Question of Colonial Heritage in Museums, en werd samengesteld door onderzoekers uit Amsterdam, Groningen en Leiden.
Hoe kwamen orang-oetans uit Borneo op een snijtafel in Nederland? Wat gebeurde er met de olifanten die wetenschappers bestudeerden? Hoe verkregen zij toegang tot menselijke overblijfselen uit Nederland en de koloniën? En welke impact had hun werk op de ontwikkeling van rassenwetenschap?
Het Universiteitsmuseum Groningen presenteert met Verstrengelde Verhalen: Wetenschap en Kolonialisme in de Collectie van Petrus Camper een tentoonstelling over de koloniale geschiedenis van de universiteitscollectie. Centraal staat de nalatenschap van wetenschapper Petrus Camper (1722–1789), wiens collectie al meer dan 200 jaar wordt bewaard aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Camper was een man van paradoxen: hij verzette zich tegen slavernij, maar verzamelde zonder toestemming menselijke overblijfselen uit de koloniën. Jarenlang werd Petrus Camper met tentoonstellingen (ook in het Universiteitsmuseum) en in de stad Groningen geëerd. Maar, met de kennis van nu, zijn er ook kritische vragen te stellen bij de manier waarop Camper en andere wetenschappers toegang kregen tot menselijke en dierlijke lichamen. In de tentoonstelling wordt duidelijk hoe de nalatenschap van Camper verweven is met koloniale structuren en de ontwikkeling van wetenschappelijk racisme. Hoe kunnen musea hiermee omgaan?
Verstrengelde Verhalen nodigt de bezoeker uit om met een frisse blik naar wetenschapsgeschiedenis te kijken en mee te denken over de toekomst van academisch erfgoed.
De tentoonstelling, te zien van 15 maart tot en met 21 september 2025, is onderdeel van het internationale samenwerkingsverband Pressing Matter: Ownership, Value and the Question of Colonial Heritage in Museums, en werd samengesteld door onderzoekers uit Amsterdam, Groningen en Leiden. Voor meer informatie over Pressing Matter, kijk op www.pressingmatter.nl
Boekpresentatie: Legacies of colonialism in museum collectionsDatum: donderdag 15 mei 2025
Tijd: 15.30 – 17.00 uur (CET)
Locatie: KITLV, Herta Mohr building, room 1.30
Adres: Witte Singel 27A, 2311 BG, Leiden
Organisatie: Koninklijk Nederlands Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV)
Voertaal: Engels
In ‘Legacies of colonialism in museum collections: The (un)making of Indonesian Islam in the Netherlands’ vertelt Mirjam Shatanawi het onbesproken verhaal van de Indonesische islam in musea. Indonesisch islamitisch erfgoed, dat vaak wordt overschaduwd door hindoeïstische en boeddhistische kunst, krijgt zelden de aandacht die het verdient in museumcollecties en tentoonstellingen.
[De tekst gaat verder in het Engels]
This book unravels the historical silences rooted in Dutch colonial rule that have marginalized Indonesian Islamic material culture. Delving into the colonial archives, it traces the journey of Indonesian objects in Dutch museums, exploring their original meanings and their re-appropriation during instances of collecting, classification, interpretation and public display. The analysis focuses on the long-term effects in the present, in particular in relation to the decolonisation of museums.
What are the structural patterns inherited from colonialism that result in silences today? How can repair happen beyond repatriation and re-interpretation of individual objects? Through this lens, the book addresses the enduring impacts of colonialism and offers pathways for the decolonization of museums today.
Mirjam Shatanawi is a postdoctoral researcher at KITLV, where she conducts research on the provenance and makings of the institute’s collection of manuscripts and books from Indonesia. She is also a Senior Lecturer of Heritage Theory at the Reinwardt Academy (Amsterdam University of the Arts).
Susie Protschky is Professor of Global Political History at VU University. She is specialised in modern Dutch colonialism, Indonesian history, and the history of photography.
Adieyatna Fajri is a PhD Candidate at NIOD Institute for War, Holocaust, and Genocide Studies and Groningen Institute of Archaeology, University of Groningen.
Theo Frids Hubarat is a Lecturer at Parahyangan Catholic University and fellow at NIAS.
Marieke Bloembergen is Professor of Heritage and Postcolonial Studies in Indonesian History at the Institute for History and the KITLV. Her research interests concern the political dynamics of cultural knowledge production in colonial and post-colonial Indonesia.