Colonial Collections Consortium
Eerste lichting NIAS-NIOD-KITLV fellows in september van start

In september starten de eerste twee fellows onder het NIAS-NIOD-KITLV fellowship Moving Objects, Mobilising Culture in the Context of (De)colonisation. Dit fellowship maakt het mogelijk voor onderzoekers en erfgoedprofessionals uit voormalige gekoloniseerde landen om vijf maanden onderzoek te doen naar ‘koloniale collecties’: objecten en collecties uit die landen die in een context van kolonialisme in Nederland terecht zijn gekomen. Het NIOD organiseert deze activiteit als partner van het Consortium Koloniale Collecties.

De eerste twee fellows, Caroline Fernandes Caromano en Nadia Aït Saïd-Ghanem starten in september 2024. In februari 2025 worden de volgende twee fellows, Panggah Ardiyansyah en Theo Frids Hutabarat, verwelkomd. Hieronder vind je meer informatie over de fellows en hun onderzoek (alleen beschikbaar in het Engels).

Caroline Fernandes Caromano – (Re) Interweaving past and present

Caroline Fernandes Caromano is a Brazilian archeologist with academic degrees from the University of São Paulo and the National Museum of the Federal University of Rio de Janeiro (Brazil). She has been a research fellow at the Museum of Archeology and Ethnology of the University of São Paulo, the Museum Emilio Goeldi (Brazil), Leiden University, the Research Center for Material Culture, and the Naturalis Biodiversity Center (the Netherlands).

Project description
At NIAS, Caroline will revisit artworks from the period of the Dutch colonial administration in Brazil constructing a transatlantic dialogue with Indigenous and Afro-Brazilian artisans from the State of Maranhão, the last frontier conquered by the Dutch. Using basketry as a point of discussion on the peoples and material culture portrayed by Eckhout, Post, and others, the research inquires how baskets can shed light on the historical representations of marginalized segments of the Brazilian population and their political agency in the past and present. By amplifying the voices of artisans from small communities in Maranhão to the interior of the Royal Dutch Academy of Arts and Sciences, the research proposes to create a space for interpretation and recontextualization of the artworks based on Quilombola and Indigenous epistemologies.


Nadia Aït Saïd-Ghanem – Cuneiform tablets in Dutch museums and the Iraqi-French antiquities dealer Ibrahim Elias Gejou

Dr Nadia Aït Saïd-Ghanem is a provenance researcher and cuneiformist. She is a graduate of SOAS, University of London, UK, where she studied Akkadian, Sumerian, and Arabic, and obtained her PhD (Department of the Near and Middle East). Her primary research interests are cuneiform, Arabic grammatical theory, and the purchase of Iraq’s tangible heritage by museums in Europe and America from antiquities dealers. Since her British Academy Postdoctoral Fellowship (2019-2023), she has been investigating Iraqi antiquities dealers’ correspondence preserved in museum archives to write the provenance history of archaeological artefacts from Iraq, primarily cuneiform tablets, purchased from these dealers by museums between 1884 (the year in which the Ottoman Antiquities Law forbade the exportation of such objects) and WW1.

Project description
As a NIAS-NIOD-KITLV Fellow, Dr Aït Saïd-Ghanem will focus on cuneiform tablets sold to Dutch museums by the antiquities dealer and smuggler Ibrahim Elias Gejou before and after Iraq’s Antiquities Law of 1936. This study is based on correspondence between Gejou and curators of Dutch museums, held in Dutch archives today.


Panggah Ardiyansyah – Evocative Fragments: Archaeological Knowledge Production for Sendang Duwur and Its Dispersed Objects

Panggah Ardiyansyah wants to understand why an Islamic site has been marginalised (or not) within Indonesian archaeology, despite the fact that the majority of the population in Indonesia is Muslim.

Project description
The research aims to deconstruct the knowledge production of Sendang Duwur, a 16th-century Islamic complex in East Java, Indonesia. In doing so Panggah Ardiyansyah wants to contribute to the developing scholarship on heritage politics in relation to identity formation, inclusion/exclusion and frameworks of restitution.

The project activities are divided into three parts: tracing the relationships between historical figures involved in the circulation of Sendang Duwur manuscripts, reconstructing the interventions of the Archaeological Service of the Dutch East Indies at Sendang Duwur in the first half of the 20th century, and outlining the entangled movements of manuscripts and artefacts associated with the site.


Theo Frids Hutabarat – Reimagining Pustaha

How can the pustaha be connected to the common Batak people today? Could the knowledge in the pustaha be applied to local environmental activism? Is it possible to comprehend the pustaha through artistic means?

Project description
Theo Frids Hutabarat’s project focuses on the Batak manuscripts known as pustaha and how museums in the Netherlands take care of them. He aims to study the life of these manuscripts in their current setting, far from their origin in Sumatra, Indonesia. By creating a local network that connects with the institutions housing these manuscripts, Hutabarat plans to swap certain care methods with other methods, causing a ‘glitch’ in the existing care system.

Using a collaborative approach, the project seeks to deepen the understanding of the past by exploring Batak spirituality, not just focusing on ancestors and rituals but also on political, social, and environmental histories. Pustaha are viewed as vital for rebuilding the spiritual world of the Batak people within new societal frameworks.

The project will reflect on how pustaha are interpreted (or not) and to reimagine them as a lived experience in living communities. This research aims to start the long process of reconnecting the manuscripts and their knowledge back to the Batak people.

Symposium Changing Approaches Towards Restitution and Return of Colonial Heritage

Tijdens dit interdisciplinaire symposium, georganiseerd door het Grotius Centre for International Legal Studies en de onderzoeksgroep ‘Museums, Collections and Society‘ van de Universiteit Leiden, wordt aandacht besteed aan veranderende perspectieven op de teruggave van objecten uit een koloniale context. Het doel is om verder te kijken dan het beleid van individuele landen en in plaats daarvan te ontdekken wat men kan leren over de omgang met objecten en/of menselijke resten uit een koloniale context door verschillende perspectieven en praktijken te vergelijken.

Datum: 23 – 24 mei, 2024
Tijd: 09:30 – 17:00
Voertaal: Engels
Locatie: Wereldmuseum en Universiteit Leiden
Organisatie: Grotius Centre for International Legal Studies en ‘Museums, Collections and Society’ Onderzoeksgroep

Internationale Conferentie over Dekolonisatie van Musea

Het concept dekoloniseren van musea heeft verschillende betekenissen in verschillende delen van de wereld. ICOM, de International Council of Museums, richtte daarom een werkgroep voor dekolonisatie op. Tijdens de conferentie op 17 juni 2024, delen werkgroepleden ervaringen uit hun dagelijkse praktijk, waarbij vele perspectieven aan bod komen.

Sprekers uit Barbados, Benin, Canada, India, Nigeria, Pakistan, Taiwan en Zambia, evenals uit Europese landen, besteden aandacht aan wat dekoloniseren betekent voor hun werk. Discussies zullen onder andere gaan over onderwerpen als het dekoloniseren van archieven en museale collecties, samenwerking met diaspora gemeenschappen en Indigenous groepen voor het herstellen van historisch onrecht en het vernieuwen van conventionele koloniale musea.

Datum: 17 juni 2024
Tijd: 09:30 – 16:30
Voertaal: Engels
Locatie: Amersfoort (Nederland) en online
Organisatie: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, in samenwerking met ICOM, ICOM Nederland, DutchCulture en UNESCO NL

Studiedag Herkomstonderzoek over erfgoed uit koloniale context

Wat kan herkomstonderzoek betekenen voor musea die cultuurgoederen beheren die in koloniale context verworven zijn? Dat is de focus van de studiedag georganiseerd door het MAS en FARO op 27 mei 2024. Tijdens de studiedag worden aan de hand van praktijkvoorbeelden en theoretische achtergronden aandacht besteedt aan herkomstonderzoek naar erfgoed uit een koloniale context en onderwerpen die hier bij komen kijken, zoals digitale restitutie en samenwerking met herkomstgemeenschappen. Daarnaast worden de resultaten van het MAS-project over herkomstonderzoek naar de Congolese collectie gepresenteerd.

Datum: 27 mei 2024
Tijd: 09:30 – 16:00
Sprekers: Lies Busselen (KU Leuven), Randy Kalemba en Pauline Malenga (Intellectuele Congolese Kring), Vicky Van Bockhaven (UGent), Camiel de Kom (Consortium Koloniale Collecties), e.a.
Voertaal: Nederlands
Locatie: MAS, Hanzestedenplaats 1, Antwerpen
Organisatie: MAS en FARO

Call for Applications Sharing Stories on Contested Histories

De Call for Applications voor het programma ‘Sharing Stories on Contested Histories’ is nu geopend. Maatschappelijke problemen zoals de klimaat crisis, sociaal onrecht, economische ongelijkheid en de bedreiging van democratie dwingen musea en erfgoedprofessionals om na te denken over hun rol in de samenleving en hun eigen manier van werken. Veel van deze problemen hebben diepgewortelde relaties met het recente en minder recente verleden, en de geschiedenis en praktijken van musea zelf. De 2024 editie van het Sharing Stories on Contested Histories programma, onderzoekt hoe streven naar gelijkwaardigheid eruit ziet in de erfgoedsector, door het stimuleren en faciliteren van uitwisseling van kennis, hulpmiddelen en ervaringen met betrekking tot professionele praktijken. De omgang met koloniale collecties is één van de onderwerpen waar aandacht aan besteedt wordt.

Dit programma wordt georganiseerd door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en de Reinwardt Academie as onderdeel van het programma Internationale Erfgoedsamenwerking.

De Call for Applications sluit op 29 juni 2024. Bekijk de volledige Call for Applications voor meer informatie over de inhoud en de aanmeldingsprocedure.

Webinar Collecties uit een Koloniale Context

Het koloniale verleden heeft sporen achtergelaten in de collecties van Nederlandse musea en andere collectiebeherende instellingen. Door de ongelijke machtsverhoudingen zijn veel objecten uit hun land van herkomst naar Nederland gehaald en voor de gemeenschap verloren gegaan. Het huidige Nederlandse beleid ten aanzien van koloniale collecties is erop gericht dit historische onrecht te helpen herstellen door verzoeken om teruggave van cultureel erfgoed uit landen van herkomst te faciliteren, door te werken aan openheid en transparantie over collecties in Nederland en door internationale samenwerking op het gebied van deze collecties te versterken.

Dit webinar is specifiek voor deelnemers gevestigd in het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden.

Dit webinar heeft al plaatsgevonden. Kijk het hieronder terug.

Praktische informatie

Datum
24 april 2024

Tijd
10:00 – 11:30 am (AST) / 16:00 – 17:30 (CET)

Voor wie?
Erfgoedprofessionals, (herkomst)onderzoekers, beleidsmakers, cultureel erfgoedorganisaties, community leaders uit Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten.

Kosten
Geen kosten. Registratie is nodig om de Zoom link te ontvangen.

Waarom dit webinar?

  • Stel vragen over de aanwezigheid van, het onderzoek naar, en de restitutieprocedure voor cultureel erfgoed collecties
  • Maak kennis met beschikbare middelen en fondsen voor herkomstonderzoek en samenwerking
  • Hoor van Nederlandse experts hoe hun museum omgaat met dilemma’s rondom koloniale collecties
  • Wissel kennis en ervaring uit met Nederlandse musea over de omgang met dilemma’s rondom collecties uit een koloniale context

Meer informatie over dit webinar

In dit online webinar geven we informatie over het huidige Nederlandse beleid voor koloniale collecties en ontmoet je enkele organisaties en experts die betrokken zijn bij de uitvoering van dit beleid. Ook willen we ruimte bieden voor vragen over de aanwezigheid van, het onderzoek naar, en de teruggaveprocedure van cultureel erfgoed collecties. Dit webinar wordt door de ErfgoedAcademie georganiseerd in samenwerking met het Colonial Collections Consortium. Het Consortium is opgericht om informatie te verschaffen over koloniale collecties, relevante organisaties en experts, netwerken en mogelijkheden voor samenwerking en kennisuitwisseling. Het Consortium wil een centraal aanspreekpunt zijn voor landen van herkomst voor vragen over collecties uit een koloniale context en herkomstonderzoek in Nederland. In dit webinar zullen we aanwezigen voorzien van beschikbare bronnen voor verder onderzoek en samenwerking.

Voor wie?

Bent u een erfgoed professional, (herkomst) onderzoeker, beleidsmaker, community leader gevestigd in het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden? En/of bent u geïnteresseerd in (onderzoek naar) cultureel erfgoed objecten en collecties in Nederland en beleid met betrekking tot teruggave? Dan bent u van harte welkom tijdens dit webinar.

Hoe kan ik me aanmelden?

U kunt zich aanmelden voor dit webinar via de link. Een week van tevoren ontvangt u een bevestigingsmail met links naar de Zoom-bijeenkomst en voorbereidingsmateriaal dat we graag van tevoren delen.

Eerste inventarisatie van objecten uit Suriname in Nederland

15 april, 2024

Begin april bracht een Nederlandse delegatie een werkbezoek aan Suriname, waarbij afspraken werden gemaakt over samenwerking op het gebied van koloniale collecties. Voor dit bezoek heeft het Consortium Koloniale Collecties in kaart laten brengen welke objecten in Nederlandse publieke collecties aanwezig zijn door de koloniale geschiedenis van Nederland en Suriname. Deze inspanning volgt uit het Nederlandse beleid over omgang met objecten die uit vroeger gekoloniseerde gebieden zijn meegenomen en nu in Nederland worden beheerd.

Het beleid, gericht op herstel van onrecht, zet in op samenwerking met landen van herkomst, behandeling van een verzoek tot teruggave en ondersteuning van herkomstonderzoek. Maar waar in Nederland kun je deze cultuurgoederen vinden? Hoe kom je aan informatie over deze objecten? En op welke wijze zijn ze beschreven? De inventarisatie beantwoordt een deel van deze vragen door in te zoomen op objecten die zijn verbonden met de koloniale geschiedenis van Nederland en Suriname.

Inventarisatie
Voor deze eerste inventarisatie zijn achtentwintig instellingen benaderd die namens de Nederlandse Staat (een deel van) de rijkscollectie beheren met de vraag zelf hun eigen collectie te onderzoeken, aan de hand van een vragenlijst. Ook zijn twintig regionale musea met een mogelijke link met Suriname aangeschreven. Door de quickscan door de instellingen zelf uit te laten voeren werd optimaal gebruik gemaakt van hun kennis en ervaring met de eigen collectie en de ontsluiting daarvan.

Voor de lezer is het belangrijk te realiseren dat de informatie in de inventarisatie is beperkt tot de instellingen die hebben gereageerd en de gegevens die zij hebben gedeeld. Deze eerste inventarisatie is dus bij lange na niet volledig. Soms is er een achterstand in collectieregistratie, waardoor instellingen de gevraagde informatie niet kunnen bieden. Soms zijn objecten niet geregistreerd op een wijze waar de relatie met de koloniale geschiedenis van Nederland en Suriname uit blijkt. En soms zijn er belemmeringen door de zoekmogelijkheden van een registratiesysteem. Maar voor wie onderzoek wil doen naar objecten uit Suriname die worden beheerd in instellingen in Nederland, kan deze eerste inventarisatie een startpunt bieden.

De inventarisatie is gedeeld met de Nationale Museumcommissie Suriname tijdens het werkbezoek van de Nederlandse delegatie.

Internationale Dag van het Herkomstonderzoek

Samen kunnen we de betekenis en herkomst van voorwerpen beter duiden

Herkomstonderzoek is een belangrijk onderdeel van collectiebeheer. Op woensdag 10 april besteden meer dan honderd instellingen uit het internationale veld hier aandacht aan tijdens de Internationale Dag van het Herkomstonderzoek, onder andere door middel van rondleidingen, presentaties en publicaties. Deze dag is een initiatief van de Arbeitskreis Provenienzforschung en vindt sinds 2019 jaarlijks plaats op de tweede woensdag van april.

Herkomstonderzoek brengt de herkomstgeschiedenis van objecten in kaart. Het geeft inzicht in de geschiedenis van eigenaren van een object, nadat het uit de oorspronkelijke context is gehaald. Vanuit mijn studie Heritage and Memory Studies aan de Universiteit van Amsterdam loop ik, Josien Franken, stage bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Ik heb gekozen voor deze stage, omdat ik specifiek geïnteresseerd ben in de omgang met collecties uit een koloniale context. Geïnspireerd door de Internationale Dag van het Herkomstonderzoek, legde ik een aantal vragen voor aan Klaas Stutje (NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies) en Cindy Zalm (Wereldmuseum). Samen met Museum Bronbeek en het Rijksmuseum Amsterdam, vormen RCE, NIOD en Wereldmuseum het Consortium Koloniale Collecties. Ik weet dat het Consortium collectiebeherende instellingen ondersteunt bij herkomstonderzoek, maar wat betekent dat concreet? Ik ben benieuwd naar wat Cindy en Klaas hierover kunnen vertellen.

Centraal in het beleid over omgang met collecties uit een koloniale context staat herstel van historisch onrecht. Kun je toelichten hoe herkomstonderzoek hieraan kan bijdragen?

Cindy: “Door het doen van herkomstonderzoek krijgen we beter begrip van de manier waarop objecten zijn verworven in de koloniale gebieden en naar Nederland zijn gekomen. Het dwingt ons te erkennen welke gewelddadige gebeurtenissen onderdeel waren van deze koloniale geschiedenissen en biedt de mogelijkheid om in gesprek te gaan over het belang van deze voorwerpen voor de landen van herkomst. Het maakt het ook mogelijk voor deze landen om restitutie van deze objecten te vragen.”

Wat voor samenwerking met herkomstlanden en -gemeenschappen is daarbij wenselijk? 

Cindy: “Voor veel objecten geldt dat ze weggenomen zijn uit de context van de cultuur waarbinnen ze gemaakt zijn. Daarbij is meestal kennis verloren gegaan. Mensen in herkomstlanden hebben kennis over de objecten die wij niet hebben. Samen kunnen we de betekenis en herkomst van voorwerpen beter duiden. Wanneer het besluit wordt genomen om objecten te restitueren, is het bovendien belangrijk om samen in gesprek te gaan over de manier waarop dit gebeurt. Juist omdat restitutie maar een deel van het proces van herstel is.”

Tijdens het Pilotproject Provenance Research on Objects of the Colonial Era werd onderzoek gedaan naar herkomstgeschiedenis en betekenisgeving van culturele objecten en collecties verworven in koloniale situaties. Wat zijn de belangrijkste lessen uit dit pilotproject?

Klaas: “Mijn antwoord hierop is tweeledig. Enerzijds is uit ons herkomstonderzoek naar 65 objecten uit het Rijksmuseum en het Wereldmuseum gebleken dat gericht onderzoek bijna altijd tot interessante nieuwe inzichten en aanvullende gegevens leidt. Anderzijds liet het ook zien dat dergelijk onderzoek in slechts een minderheid van de gevallen concrete aanwijzingen oplevert over het moment van koloniale verwerving zelf. Bovendien zijn ervaring met het doen van archiefonderzoek en een bewustzijn van het inherent koloniale karakter van het bronnenmateriaal belangrijk bij het doen van dergelijk onderzoek. Herkomstonderzoek is dus een vruchtbare bezigheid, maar roept ook moeilijke vragen en vraagstukken op.”

Herkomstonderzoek is een van de kerntaken van collectiebeherende instellingen. Op welke wijze helpt het Consortium deze kerntaak uit de voeren?

Klaas: “Allereerst bouwen we een digitaal platform dat informatie over diverse collecties uit koloniale context bij elkaar brengt, verrijkt en inzichtelijk maakt. Door hun eigen collectieregistratiesystemen aan deze datahub te koppelen kunnen instellingen eenvoudiger de samenhang zien tussen hun eigen collectie en andere collecties. Voorts maken we een grote serie digitale zoekhulpen voor aanvullend verdiepend onderzoek naar objecten, verzamelaars of collecties. Ook hopen we dat instellingen leren en profiteren van de kennis en perspectieven van onderzoekers uit landen van herkomst die met fellowships naar Nederland kunnen komen. Maar uiteindelijk moeten instellingen zelf stappen zetten om hun collecties te bestuderen en toegankelijk te maken.”

De datahub is dus een digitaal platform dat informatie over collecties uit koloniale context bij elkaar brengt. Hoe maakt de datahub herkomstgegevens toegankelijk en inzichtelijk? 

Cindy: “De datahub maakt het mogelijk om gelijktijdig meerdere collecties te doorzoeken. In de applicatie is een tijdlijn opgenomen. Als een collectiebeheerder informatie heeft over de herkomst, dan worden deze als een punt op de tijdlijn gepresenteerd. Veel collectiebeheerders leggen herkomst vast in aparte rapporten of vrije tekstvelden. Deze zijn binnen een computerapplicatie vaak lastig of niet te doorzoeken. De datahub structureert waar mogelijk deze informatie. Bovendien biedt het de mogelijkheid aan onderzoekers in zowel Nederland als de landen van herkomst om kennis over de objecten en hun herkomst toe te voegen.”

Op welke wijze werkt het Consortium in geval van de digitale zoekhulpen en fellowships samen met herkomstlanden en -gemeenschappen?

Klaas: “De komst van fellows naar Nederland en de ontwikkeling van digitale zoekhulpen kunnen elkaar hopelijk versterken. Door taalbarrières en onbekendheid met de ingewikkelde geschiedenis van Nederlandse erfgoedinstellingen is onderzoek voor buitenlandse onderzoekers vaak ingewikkeld. Parrallel aan de komst van de fellows hopen we zoekhulpen te creëren om hen in hun onderzoek te faciliteren. Ook leren we actief van de onderzoeksvragen uit landen van herkomst die we meekrijgen uit webinars, expertmeetings en individuele ontmoetingen. Andersom hopen we dat toenemende openheid en transparantie, onder meer door de digitale zoekhulpen, nieuw onderzoek en herstel van verbroken banden met culturele objecten in Nederland kunnen bevorderen.”

Dank, Cindy en Klaas, voor het beantwoorden van mijn vragen. Ik begrijp nu beter hoe herkomstonderzoek kan bijdragen aan herstel van historisch onrecht, dat de kennis van mensen in herkomstlanden essentieel is om de oorspronkelijke context van objecten te begrijpen en dat het Consortium werkt aan een datahub, die het mogelijk maakt om gelijktijdig meerdere collecties te doorzoeken en kennis over de objecten en hun herkomst toe te voegen. Ik kijk ernaar uit de toekomstige activiteiten van het Consortium te volgen.

Heb jij ook vragen aan het Consortium? Neem contact op via de contactpagina.

Ben je nieuwsgierig geworden naar de datahub?